Het systeem eet alles op
Ik las laatst een post van hoogleraar Reint Jan Renes die een pleidooi houdt om burgerberaden niet vol te stoppen met beleidsdoelen. Het hele idee dat gewone mensen met elkaar een moeilijk probleem kunnen verhelderen, wordt door de overheid en haar partners (bedrijfsleven, instellingen) gebruikt voor doelen van haarzelf, het systeem. Burgerberaden worden zo een hulpje van het systeem en als we niet uitkijken een afvalputje. Een nieuw ‘instrument’ dat het systeem tot het hare gaat maken en het gaat protocolleren en financieren etc. Dan verwordt het prachtige instrument tot een nieuwe beschermlaag van het systeem waardoor het nog ongenaakbaarder van wordt.
Het systeem incorporeert dan het prachtige instrument voor beraad houden. Het kapselt het in. De afstand tot de burger wordt dan in plaats van kleiner, juist groter.
Hypernormalisatie
Deze tendens zien we vaker terug. In de prachtige documentaire ‘Hypernormalisation’ van Adam Curtis betoogt Curtis dat de ‘boom’ van het kapitalisme in de jaren zeventig hypernormalisatie inluidde. Eerst vooral in de steden die in verval waren. Die werden ‘overgenomen’ door het kapitaal (Donald Trump was een van die zakenmannen die ‘oud vastgoed’ opkocht). Het kapitaal naastte de publieke ruimte, deze werd private ruimte. Deliberatie werd consumentisme. De hippies die zich tegen dit monster keerden trokken zich terug in hun eigen kolonies.
In de gekapitaliseerde steden werd afwijking niet geduld, maar eerder werd het er spannend en aantrekkelijk gemaakt. De krakers die een no-go-area tot aantrekkelijk gebied omtoverden. Tot het moment dat er echt geld verdiend kon worden dan werden ze genormaliseerd (en vaak ontruimd). Wie tegenwoordig op het NDSM-terrein loopt ziet wat kapitaal heeft gedaan op deze plek.
De kern van hypernormalisatie is dat alles wat een aanpassing en correctie op het systeem is steeds weer genormaliseerd wordt en daarmee onschadelijk wordt gemaakt.
Halt roepen?
Daar aan een halt toeroepen, dat doet Jan Reint Renes voor de Burger beraden. In bredere zin doet de Constitutie voor de Commons dat:
We pleiten voor een Constitutie die de gemeenschappen beschermt tegen kapitaal-dominantie van de vrije markt. Zo werken we aan de autonome beschikking over structurele financiering van gemeenschappen.
Ook moeten de gemeenschappen tegen de overheid worden beschermd. Zo werken we aan een eigenstandige plek in het recht voor gemeenschappen.
Ook werken we aan een sterk en aansprekend verhaal, omdat de verbeelding van de plek van gemeenschappen de onderlegger is van de beweging. Zonder cultuur zou de Constitutie haar kracht verliezen, zoals democratieën zonder verhaal ook ten onder gaan.
Met deze en andere acties maken we een Constitutie die de eigenaardigheid van gemeenschappen in takt laat. Die deze organische kwaliteiten van collectieve zelfrealisatie eert en voedt. Die ervoor zorgt dat gemeenschappen zichzelf voeden in plaats dat ze opgegeten worden.